De Zaanse schilderessen Nelly Honig (1879-1945) en Tine Honig (1894-1957) volgden aan het begin van de twintigste eeuw hun opleiding aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Werk van hun hand is aanwezig in het Zaans Museum en het Honig Breethuis.
Nelly werd begeleid door de bekende schilder en docent August Allebé, beschermheer van de Joffers, en Tine was een leerling van Amsterdamse Joffer Coba Ritsema. ‘Amsterdamse Joffers’ is de naam van een groep kunstenaressen die rond 1900 studeerden aan de Rijksacademie.
In de lezing wordt ingegaan op de portretten die Nelly schilderde van familieleden en op de Willink van Collenpremie die ze in 1908 won met haar schilderij “Pauze”. Tevens is er aandacht voor de litho’s die ze vervaardigde voor de meisjesboeken van haar tante Marie Honig.
Tine is vertegenwoordigd met foto’s van werk dat gerelateerd is aan de schilderijen van Amsterdamse Joffers als Coba Ritsema, Lizzy Ansingh en Nelly Bodenheim. Thema’s zijn onder andere stillevens, poppen en het destijds populaire Japonisme.
Over de Amsterdamse Joffers zijn dit jaar twee exposities, in Amsterdam (reeds voorbij) over het werk van Lizzy Ansingh en vanaf 19 september tot 1 maart 2026 in het Frans Halsmuseum (Haarlem) over het oeuvre van Coba Ritsema . De Zaanse Joffers Nelly en Tine Honig zijn aan een expositie in de Zaanstreek toe.
Huis van Verbinding, Tuinstraat 4, Zaandijk, zaal open 19.30 uur, aanvang 20.00 uur