De sterren worden uit gas en stof geboren en vergaan ook weer tot gas en stof. Deze cyclus blijft zich herhalen, waarbij de samenstelling van het gas en stof door de tijd heen verandert. Deze interstellaire gas en stofwolken bevatten de bouwstenen van elke zonnestelsel dat zich rondom de ster vormt. Deze worden verrijkt met de overblijfselen van afgestorven sterren, in de vorm van planetaire nevels of supernovaresten. Er zijn verschillende soorten nevels met namen geïnspireerd door hun vorm of samenstelling. Vroeger werden sterrenstelsels en sterrenhopen ook voor nevels aangezien, maar met steeds betere telescopen kunnen we de echte nevels, hun samenstelling en historie steeds beter achterhalen en begrijpen.