De 14-jarige Jack (Robertson), woonachtig in een kaalgeslagen Londense wijk, masturbeert tijdens een hete zomerdag op zijn kamer. Op het moment dat hij klaarkomt sterft zijn vader, die in de tuin aan het werk is, als gevolg van een hartaanval. Zijn moeder (Cusack) overlijdt niet veel later na een kort ziektebed. Jack blijft met zijn twee jaar oudere zus Julie (Gainsbourg), jongere zusje Sue (Coulthard) en jongere broertje Tom (Birkin) achter. Uit angst van elkaar gescheiden te worden door de autoriteiten, besluiten ze de dood van hun moeder voor de buitenwereld verborgen te houden en haar lichaam te ‘begraven’ in de kelder van het huis. Onder leiding van de eerstgeborene proberen de kinderen vervolgens zo goed en zo kwaad als het gaat op eigen benen te staan en het idee van een normaal gezin op te houden, een onheilspellende idylle die wordt beheerst door de broeierige sfeer tussen de seksueel ontluikende en naar elkaar toegroeiende tieners Julie en Jack.

The Cement Garden is gebaseerd op de gelijknamige debuutroman van Ian McEwan uit 1978. Regisseur Birkin deed er tien jaar over om het project van de grond te krijgen omdat de meeste studio’s het onderwerp te controversieel bevonden. De film was een aangename verassing in 1993 en werd in Berlijn bekroond met de Zilveren Beer voor Beste Regie.

Net als in het boek ontbreekt moreel commentaar volledig; Birkin propageert het getoonde amorele, incestueuze en transseksuele aardse paradijsje niet, maar wijst het evenmin af.

Uiteindelijk is dit echter zo’n krachtige film over intimiteit en de schaduwzijde ervan, dat het alle controverse overstijgt.